Bai Bai, Vietnam
In Dalat besluiten we weer eens een ander vervoersmiddel te kiezen: de bus. Om de lange rit all the way to Ho Chi Minh City (oftewel het oude Saigon) te breken, kiezen we voor een korte stop in Mui Ne, een klein stadje aan zee. Het hotel in Dalat heeft de bus geregeld en als we haar mogen geloven zijn alle bussen hetzelfde. Nou, wij denken van niet. We hebben heel wat luxueuze, grote bussen zien rijden met HCM City op hun voorkant, maar onze bus is wat kleiner en er zitten vooral Vietnamezen in. Geeft niets. De bus komt 50 minuten te laat (wat we nog niet eerder hebben meegemaakt, al het andere ging stipt op tijd) en rijdt nog 40 minuten door de stad om andere mensen op te pikken. Geeft niets. Net als we denken dat we eindelijk op weg gaan, parkeert de chauffeur de bus langs de kant van de weg. And now we wait.. Iemand van de organisatie probeert al sinds het instappen een groepje jongeren zo ver te krijgen om een jeep tour door de zandduinen te boeken in Mui Ne. Er wordt een hoop overlegt en bij gebrek aan ander vermaak, ga je toch zitten luisteren. Inmiddels staan we al een half uur stil en ik begin me steeds meer te ergeren. Géén idee waar we op wachten. Na nog eens 10 minuten ben ik het zat en vraag geïrriteerd aan die knakker waar we in hemelsnaam op wachten. Wat denk je? Totdat het groepje jongeren heeft besloten, geboekt en betaald, waarna die knakker de bus uitstapt en bij een scooter achterop stapt, terug naar de stad! Natuurlijk! Maar goed, eindelijk vertrekt de bus en zijn we op weg naar Mui Ne.
De Vietnamezen houden er zonder meer een bijzondere rijstijl op na. Echter, we zijn na Indonesië heel wat gewend. De claxon speelt een belangrijke rol, verkeerslichten lijken geen verplichting en je kunt prima rechts voorsorteren om vervolgens links af te slaan. Ook voor het inhalen lijken geen regels te bestaan. Het is chaos, maar wij waren overtuigd dat het een soort gestructureerde chaos was.
Prompt lezen we die ochtend een bericht in het AD dat er een verkeersongeluk is gebeurd in Vietnam. Een vrachtwagen botste op een bus tijdens het inhalen. En dit is het zoveelste verkeersongeluk in Vietnam. Oké, misschien toch niet zo gestructureerd dus.
Onze buschauffeur is een ervaren rijder en scheurt als een malloot over de wegen. Hij lijkt niet de meest voor de hand liggende route te kiezen en stopt in de kleinste dorpjes om locals op te pikken of bijzondere pakketten. Het wordt allemaal in de bus gestouwd en we hobbelen weer verder over smalle bergpaden met heuse haarspeldbochten.
Het lukt ons toch om even weg te dommelen en daar waar we met een bergachtige jungle omgeving gingen slapen, worden we ineens wakker in een woestijn. Het doet verdacht veel denken aan West Australia.
Mui Ne nadert en de pakketten worden bij locals bezorgd.
De meesten stappen uit bij een of ander groot resort en wij vragen ons af waar de bus verder zal stoppen. Als we de kruising naderen waar ons hotel vlakbij ligt, roept Steef tegen de chauffeur: "can you stop here?!" en hij laat ons er netjes uit.
Dat was me het ritje wel!
We worden vriendelijk ontvangen bij het hotel en na een beetje bijkomen, gaan we de bekende Fairy Stream opzoeken.
De Fairy Stream is een beekje wat langs bijzondere zandrotsformaties loopt en waar je op blote voeten doorheen kunt wandelen. Wat een uniek stukje natuur! Witte en rode 'rotsen' en duinen wisselen elkaar af en vormen een prachtig gezicht. We genieten van de wandeling met het koele water tot de enkels en Steef maakt de ene prachtige foto na de andere.
's Avonds genieten we van een verse Red Snapper van de bbq en sluiten de dag af met een Saigon biertje.
De volgende ochtend stappen we opnieuw een bus in die ons naar de grote stad brengt. Ook deze bus is door het hotel geregeld, maar dit blijkt weer een hele andere ervaring!
Bij het instappen beseffen we dat er in deze bus geen gewone zitstoelen aanwezig zijn, maar ligstoelen. Drie rijen, beneden en boven. Steef en ik hebben allebei een bovenste ligstoel, ik aan het raam en Steef in het midden. Wat een rare gewaarwording, maar wel relaxed! Na een aantal uur stappen we uit bij het busstation in Ho Chi Minh City en toevallig ligt het hotel op loopafstand. Dat hebben we leuk gedaan!
Ook al heet de grootste stad van Vietnam al sinds 1976 Ho Chi Minh, veel Vietnamezen (en ook toeristen) noemen het nog steeds Saigon. Het is een gigadrukke stad die erg Westers aandoet, vanwege de wolkenkrabbers, moderne hotels, luxe auto's en een business district. De stad ademt bij lange na niet de sfeer die de hoofdstad Hanoi wel heeft.
Desondanks verkennen we de stad te voet en wagen ons leven iedere keer als we een straat willen oversteken. Wat een gekkenhuis!
We gaan op pad voor souvenirs in de Ben Than Market. We worden bijna opgelicht waar we bij staan, als ik probeer 'bijna echte' All Stars voor m'n neefje te kopen. Maat 30 was de opdracht, mevrouw had maat 29. Geen probleem, zegt ze. Wacht hier. 10 minuten later komt haar loopjongen terug met een paar die er verdacht hetzelfde uitzien. We vertrouwen het niet en kijken in het labeltje. Laten ze er nou gewoon een nieuw labeltje in hebben geplakt met maat 30! Wat een nep! We lopen verontwaardigd verder en botsen voor de zoveelste keer deze reis op het Nederlandse stel Oets en Yvon. Hoe is het mogelijk!? Ontmoet in Phong Nha, daarna op het station van Dong Hoi, per toeval in Hoi An en nota bene in de drukste stad, tussen miljoenen inwoners en toeristen op de grootste Market van Saigon. Daar moet op gedronken worden!
We boeken een tour voor de volgende dag naar de Melongdelta, welke een klein beetje tegen blijkt te vallen. De Floating Market stelt niet heel veel voor, we wonen een live voorstelling bij van een of andere Vietnamese tragedie met zeer valse instrumenten én zangers, het fietstochtje mag geen naam hebben en het boottochtje over een zijstroompje van de Mekongrivier is kort maar krachtig, zullen we maar zeggen. Oh, en het weer zit voor het eerst deze reis ook niet echt mee.
Daarentegen leren we wel over het maken van ricepaper, maken we kennis met de heerlijke Vietnamese snacks (lekker rijstewafels), proeven we snakewine (jaja, zelfs Steef nam een slokje 'wijn' waar een complete slang in was verwerkt) en kunnen we toch nog gebruik maken van onze poncho's!
We leren een Amerikaanse vader en dochter kennen die ons enthousiast bij hun thuis in Kansas City uitnodigen, mochten we ooit in de buurt zijn en genieten van het gezelschap van twee Australiërs.
Weer terug in de grote stad genieten we van een heerlijke maaltijd in het gezellige backpackersdistrict (waar de kip helaas niet helemaal koosjer bleek, gezien het feit dat ik die nacht grotendeels op de wc doorbracht).
De volgende dag houden we ons gemak (heftig nachtje) en gaan we ' s middags richting het vliegveld voor onze vlucht naar Bountyisland Phu Quoc.
Onze laatste dagen Vietnam brengen we door op dit heerlijk relaxte eiland. We hangen bij het zwembad, lezen alsof ons leven ervan af hangt, huren een scooter en crossen van zuid naar noord, genieten van de prachtige strandjes, uitzichten, het mooie weer en het lekkere eten.
This is how it should be.
Maar helaas.. aan alles komt een eind. Hoewel het veel langer voelt dan drie weken, is de tijd voorbij gevlogen.
Wat een avontuur. Wat hebben we veel gezien, gedaan, genoten.
We zijn de afgelopen drie weken verliefd geworden op dit prachtige, veelzijdige land met haar vriendelijke mensen, heerlijke sfeer, adembenemende natuur en verrukkelijke eten.
We hopen zeker een keer terug te gaan, maar voor nu zeggen we: Bai bai, Vietnam. You were good, you were really, really good!
Travel Down South
Na al dat avontuur, zijn we wel even toe aan wat ontspanning. Onze beenspieren vinden het traplopen momenteel al zwaar, dus we besluiten de bus en de boot te pakken naar Cat Ba Island.
De reisgidsen van Vietnam staan vol met mooie plaatjes van Ha Long Bay en dit staat ook zeker op onze bucketlist. Maar plaatjes in een reisgids betekent ook: über toeristisch. En we houden niet zo van toeristen (ja ja, we zijn het zelf ook, we know). We kiezen daarom voor Cat Ba Island, het grootste eiland in Ha Long Bay, maar (iets) minder toeristisch dan Ha Long zelf.
We worden rondgevaren door drijvende dorpjes, genieten van het uitzicht van al die uit de zee rijzende rotsen en bezoeken Monkey Island, waar een brutaal aapje op zoek gaat naar iets te eten in onze tas.
De volgende dag huren we een scooter en verkennen we het eiland zelf. Alsof Steef gisteren nog op een scooter zat, crost hij ons door de prachtige omgeving.
Terug in Hanoi genieten we nog een laatste keer van de nightmarket en al de gezelligheid op straat en maken plannen om verder richting het zuiden te reizen.
We vliegen op Dong Hoi en genieten van de fantastische gastvrijheid van de hotelfamilie.
Op Steef z'n verjaardag trakteren we onszelf op een tour, waarbij we twee bijzondere grotten bezoeken in Phong Nha-Ke Bang National Park. Nog nooit zulke grote grotten gezien! We sluiten af met een heerlijk verjaardagsdiner en thuisgekomen staat de hoteleigenaar klaar met een verjaardagstaart voor Steef, inclusief kaarsjes en een ontzettend lieve kaart.
We nemen met een knuffel afscheid van deze bijzondere familie en vanaf Dong Hoi pakken we de trein (overdag dit keer) naar Danang. Vanaf Hue passeert deze trein de prachtige Van Hai Pass. We hangen uit de raampjes om deze prachtige scenery vast te leggen, we rijden pal langs de kust! Steef is helemaal in z'n nopjes :D
In Danang aangekomen delen we een taxi met een Duitse meid naar Hoi An, wat volgens velen het meest sfeervolle stadje is van Vietnam.
En daar zijn we het zeker mee eens! Lampionnen, lichtjes, bloemen, kaarsjes en bootjes op de rivier en talloze leuke winkeltjes met mooie spullen en eettentjes. We genieten volop!
We huren opnieuw een scooter om de omgeving te verkennen en op aanraden van het hotel stippelen we de route uit naar My Son, Unesco World Heritage Site.
Steef heeft een app gedownload waarmee je offline kan navigeren. Werkt prima, alleen één ding: hij staat op 'lopen'. In eerste instantie gaat het goed, dwars door backroads, dorpjes en valleien. We nemen de omgeving goed in ons op. Maar dan navigeert de app ons dwars door iemands land. Stoer als we zijn, nemen we het risico, maar we komen vast te zitten in het losse zand (gelukkig zijn er daar altijd die hulpvaardige, vriendelijke Vietnamezen).
Uiteindelijk bereiken we weer een verharde weg en komen we aan op plaats van bestemming.
Op deze plek staan overblijfselen, ruïnes van Cham tempels. Ooit was My Son een belangrijk middelpunt van het Champa koninkrijk. Helaas is er na de Amerikaanse bombardementen weinig van over. Desondanks blijft het een bijzondere ervaring om deze Jungle Book tempels te zien.
We crossen terug op de scooter (ingesteld op 'scooter' dit keer) en sluiten deze heerlijke dag af met local food aan de rivier.
Onze laatste dag in Hoi An brengen we door op het strand en in het stadje zelf, waar we onszelf nog wat souvenirs cadeau doen.
De volgende dag gaat onze reis weer verder naar het zuiden. In alle vroegte vliegen we door naar Dalat.
Dalat wordt ook wel het Vietnamese Parijs genoemd. Ze hebben zelfs een elektriciteitsmast in de vorm van de Eifeltoren.
Waarschijnlijk wonen hier de wat rijkere Vietnamezen, want het ziet er allemaal keurig verzorgd uit hier.
Vanuit Dalat verkennen we de omgeving. Dit keer met privéchauffeur/gids. Hij rijdt ons naar drie verschillende watervallen, een zijdefabriek, een koffieplantage, een minority village en een bloemenkwekerij. Hij leert ons over het verhaal van de Vietnamese Romeo en Julia en hoe Elephant Falls aan haar naam komt. Hij legt ons uit hoe de zijden wordt gewonnen van de zijderups en hoe de wezelkoffie tot stand komt. Leugentje om bestwil, we vertellen hem niet dat we dit in Indonesië ook al een keer geproefd hebben..
Moe maar voldaan, rusten we wat uit op de hotelkamer, voordat we op de nightmarket weer van het heerlijke local food gaan proeven.
Speciaal voor m'n moedertje, hebben we een fotootje van de lunch gemaakt. Maar geloof ons: het smaakt nog véél beter!
Goodmorning Vietnam!
We hebben geen idee of jullie hiervan nog bericht krijgen of dat jullie het abonnement op Eef en Steef Down Under al hebben opgezegd, maar we willen graag ons Vietnamese avontuur ook met jullie delen.
And what an adventure it is! We zijn hier pas een paar dagen, maar we zijn nu al onder de indruk van dit prachtige land met haar vriendelijke mensen en het heerlijke eten.
Na een lange, lange vlucht beseffen we ons dat we een dag kwijt zijn door het tijdsverschil. Blijkbaar hebben we bij het boeken van het hotel in Hanoi niet zo goed opgelet, dus hadden we de dag ervoor al moeten inchecken. Hoopvol stappen we in een taxi die ons voor de deur afzet. Een afgesloten deur, weliswaar, maar gelukkig lag de portier in de lobby te slapen.
We appen het thuisfront dat we goed zijn aangekomen en geven ons over aan het te harde matras.
De volgende morgen voelen we ons nog een beetje alsof er een vrachtwagen over ons heen is gereden, maar we proberen heel hard om niet toe te geven aan de jetlag. We maken een heerlijke stadswandeling om zo het drukke Hanoi in ons op te nemen. Al snel genieten we van het hectische verkeer, de winkeltjes die van alles en nog wat verkopen, de Vietnamezen die echt álles op een fiets of scooter kunnen vervoeren en de geuren en kleuren van al dat lekkere eten.
We bespreken wat we de komende dagen gaan doen en laten ons inspireren door ons favoriete reisboekje: the Lonely Planet. We gaan op zoek naar een van de genoemde travel agencies en boeken een trekking tour naar het noorden, Sapa.
De volgende avond stappen we met nog een Engels koppel en een Ierse meid op de nachttrein. Ondanks de bedjes kunnen we de slaap niet echt vatten en dus stappen we de volgende morgen een beetje verkreukeld uit in Lào Cai.
Vanaf daar brengt een busje ons naar Sapa Town, waar we dankbaar gebruik mogen maken van een douche en ons klaarmaken voor de eerste hike.
We maken kennis met tourguide Tu en hij vertelt ons hoe het programma er uit ziet en wat we nodig hebben. Ook vertelt hij dat er tijdens de tocht wat vrouwtjes meelopen die hun spulletjes proberen te verkopen. Blijf aardig, is de boodschap, dat is hier heel normaal.
Nou, wij vinden het maar een beetje raar. Vijf vrouwtjes in hun traditionele kleding, twee met kaplaarzen, drie op slippers.
Tu kijkt ons aan en vraagt of dit de enige schoenen zijn die we bij ons hebben. We kijken elkaar aan, dan naar onze All Stars en antwoorden in koor: uhm, ja!
Voor de goede orde, we hebben het nog nagevraagd bij het boekingskantoor, maar ze zei dat het prima was. (Inge had ons nog gewaarschuwd, maar we zijn graag eigenwijs. Boy, were we wrong!)
Vol goede moed beginnen we aan de tocht. Ach, we hebben heel wat heftige hikes op die All Stars gelopen.. How bad can it be? Nou, behoorlijk bad!
Ik vind best dat wij onszelf ervaren wandelaars mogen noemen. We hebben heel wat pittige hikes in Amerika, Australië en Nieuw Zeeland gedaan, maar al snel kwamen we erachter dat het hier in Sapa hiken 2.0 is.
Na zo'n tien minuten over een normale weg gewandeld te hebben, slaat Tu rechtsaf. Rechtstreeks de rijstvelden in, naar beneden. Het had de dag ervoor flink wat geregend dus de zanderige paden, waren nogal modderig geworden. Een beetje modder is niet erg, maar als het dan zo steil naar beneden gaat, ontstaat er een soort glijbaan.
Ineens werd ons de échte reden duidelijk van de aanwezigheid van die vijf vrouwtjes.
Klein als ze waren, ze waren supersterk!
Simon gaat als eerste onderuit (en nee, hij droeg geen All Stars) en vlak erna moet ook ik eraan geloven. Vanaf dat moment pak één van de vrouwtjes m'n hand vast en leidt me zo over het modderige pad. Iedere keer als ik dreig te vallen, houdt zij me overeind. En dat op haar slippertjes. Ik begrijp er niks van!
Steef raakt ook nog even de modder met één bil, maar brengt het er verder redelijk schoon vanaf. Ik ben één grote moddervlek!
Af en toe stoppen we om van het prachtige uitzicht te genieten, want tijdens het lopen, kijk je alleen maar naar beneden.
Wauw, wat is het hier mooi!
Tegen lunchtijd stoppen we ergens om wat te eten. De vrouwtjes nemen afscheid (ik hoop vurig dat we ze ook niet meer nodig hebben). Uiteraard hebben ze ons leven niet voor niets gered en twee van de vrouwtjes beginnen enthousiast al hun koopwaar te showen. We dachten, we geven ze gewoon een flinke fooi en that's it. Maar zo werkt dat niet.
Uiteindelijk kiezen we voor een prachtig tasje/portemonneetje (leuk voor in het T2'tje), betalen de vrouwtjes en genieten van een heerlijk, vers gemaakte lunch.
Het tweede gedeelte van de hike lijkt inderdaad minder pittig. Alhoewel, berg op, berg af. Rijstvelden en jungle. Het lukt ons in ieder geval zonder de vrouwtjes.
De zon schijnt fel en dat is te zien aan onze niet meer zo bleke nekjes.
We lopen door wat dorpjes en passeren heel wat hardwerkende Vietnamezen die de rijstvelden klaarmaken voor het planten van de rijst. Kinderen helpen waar mogelijk of spelen bij hun kleine huisjes. Iedereen zegt gedag.
Aan het eind van de middag (we voelden onze benen en voeten al behoorlijk) gaan we het pad af en lopen we een berg af naar beneden.
Tu geeft ons de keuze: een aantal kilometer omlopen voor de brug of dwars door de rivier.
Alsof het allemaal nog niet avontuurlijk genoeg is, kiezen we unaniem voor de rivier.
Al klimmend en klauterend komen we bij het punt waar de rivier enigszins ondiep is. Simon en Rebecca steken het water als eerste over met Tu. Hij komt terug voor ons en Niamh (spreek uit als Neve. Eve, Steve and Neve :D) Samen met een bekende van Tu, die toevallig in de buurt was, stappen we het kolkende water in. Hand in hand steken we stapje voor stapje de rivier over. Als dat geen avontuur is!
Gelukkig is het hierna nog maar vijf minuten lopen naar de homestay, waar we hartelijk worden ontvangen door de familie Po. Alle natte schoenen en kleding uit, een warme douche en even zitten. Wat een dag! Maar wat was het het waard zeg!
De hele familie helpt het eten te bereiden en zelf steken we onze handen uit de mouwen om loempia's te maken. De 13 jarige dochter legt uit hoe.
Hierna genieten we met de hele familie aan een grote tafel van al het lekkers wat is bereid. Wat smaakt het allemaal fantastisch!
Na het eten is er nog wat tijd om met de kids te ravotten, maar dan is het hoog tijd voor bed.
Hoe bijzonder om te zien hoe ze hier leven en daar even deel van uit te mogen maken.
Tevreden vallen we in een diepe slaap.
De volgende morgen worden we gewekt door de kukelende haan. Volledig verpauperd! Wat een spierpijn! We eten pannenkoeken als ontbijt, nemen afscheid van de familie en maken een tweede hike door rijstvelden, bergen en jungle.
Het weer is een stuk minder mooi, maar de omgeving blijft prachtig. De mist geeft het ook iets magisch.
Na een wederom heerlijke lunch, worden we opgehaald en teruggebracht naar het hotel waar we weer even kunnen douchen alvorens we terugkeren naar het treinstation.
Op naar weer een hobbelige rit terug naar Hanoi.
Last Days in Thailand
Na twee dagen shoppen in Sydney, verlaten we deze geweldige stad voor het laatst en bevinden we
ons weer bij de incheckbalie van Air Asia.
Na zo'n 20 vluchten draaien wij onze hand niet meer om om in te checken, maar zoals al eerder
ervaren; het is altijd wat met Air Asia.
Dit keer zijn onze tassen zogenaamd niet betaald, dus de goedkope vlucht naar Phuket is ineens een
stuk duurder geworden. Maar ach, het leven van een reiziger gaat niet altijd over rozen ;-)
In Phuket besluiten we even helemaal niets te doen. Twee dagen zon, zee en strand. Boekje lezen en
bijkleuren.
De dag erna huren we een scootertje en rijden een deel van het eiland rond. We bezoeken een
National Park met een gigántische waterval.. Uhm, zei ik waterval? Ik bedoel pisstraaltje.
Wat wel gigantisch was, was de Big Buddha. Een levensgroot Buddha beeld, boven op een
berg.
In Phuket Town regelen we een boot naar Krabi, welke via de Phi Phi eilanden vaart. Inbegrepen is
een stop van 5 uur op Koh Phi Phi, waar we wederom genieten van prachtige uitzichten, zon, zee en strand.
Ook in Krabi huren we een scootertje en scheuren naar het nabijgelegen strand waar we met een
longtailboat naar een prachtige baai worden gevaren.
Opnieuw genieten!
Pfff.. Wat hebben we het zwaar.
De laatste dagen brengen we in Bangkok door. Wat een stad!
De drukte, de warmte, de smog.
En toch is het heerlijk.
We vermaken ons op Khao San Road, werpen een blik op het Grand Palace, pakken de boot naar China
Town en genieten volop van het Aziatische eten.
We boeken een tour naar de Floating Market, dit staat immers op Steef z'n Bucketlist. Een markt
waar de koopwaar op bootjes wordt aangeboden. We laten ons door de markt peddelen, waar we zo nu en dan stoppen bij de toeristenstandjes die meuk in alle soorten en maten verkopen. We slenteren
langs het water, genieten van dit marktbeeld en proberen de 'sticky rice met mango' van één van de bootjes.
Een fantastische en unieke ervaring.
En dan is het ineens zo ver.
Voor de laatste keer pakken we onze backpack in. Versleten en afgedragen kleding wordt weggegooid,
nieuwe aankopen worden netjes opgeborgen.
Is het echt alweer voorbij? Bijna vierenhalve maand? Vliegen we straks echt niet naar Darwin,
Hobart of Melbourne waar we een Wicked-auto moeten ophalen?
Eten we vanavond niet bij een Indonesische mama die lekkere 'koloke en kolobak' heeft
gemaakt?
Helaas, de vakantie is op.
De vlucht vertrek naar Amsterdam, waar lieve familie ons hopelijk weer opwacht.
Wat was dit een heerlijke reis, vol moois en avontuur en nieuwe dingen.
Herinneringen voor het leven, die we elke dag kunnen delen.
Vol nieuwe ideeën, plannen en voornemens.
Wat zijn we trots op alles wat we hebben gezien, gedaan en meegemaakt.
Samen!
Wat een geluk!
An Unexpected Journey
We laten het tropische Indonesië achter ons en reizen via Sydney door naar Auckland, New Zealand.
We hebben geen idee meer van de tijd en door de raamloze hostelkamer die we hebben, slapen we uit tot 10.00u,héérlijk!
We verkennen Auckland in een dag en voor we het weten staan we weer bij de
Wicked-vrienden.
Geen idee of de discount die we hebben gekregen er iets mee te maken heeft, maar ze presteren het
om ons de lelijkste auto ever mee te geven!
In plaats van een echt busje met een vrolijke print (zoals de Pac-Man-Van) krijgen we dit keer een
Toyota Estima, met een sombere, afgebladderde afbeelding van een mislukte Darth Vader. Tsja.. Je kan niet alles hebben.
De navigatie wordt ingesteld op Coromandel en we zijn op weg.
Goed voorbereid als we altijd zijn (ahum..) hebben we een app gedownload die de meest handige
dingen aangeeft door heel Nieuw Zeeland. Zo ook campings, gratis campings.
We zoeken een mooi plekje voor onze eerste nacht in de Doom-Van en parkeren hem vlak langs een
klein strandje. Wat blijkt, deze gratis campings zijn alleen voor self-contained vehicles. Aangezien de Doom-Van geen wc'tje aan boord heeft en het gootsteentje aangesloten is op.. uh niks, kunnen
wij onszelf niet self-contained noemen. Een vriendelijke man wijst ons erop dat ze ook daadwerkelijk controleren en dat het een boete van $200 oplevert. Laat maar!
We slaan een weggetje landinwaarts in en spotten een zelfgemaakt bord met de tekst: 'overnight
camping welcome'. We rijden de oprit op en bevinden ons op een stuk land wat helemaal volstaat met oude meuk. Verroeste tractors, ijskasten, schuurtjes, motoren, oud ijzer enzovoorts. We lopen naar
wat ons het huis lijkt, ook al ziet het er haast onbewoonbaar uit, roepen wat, maar krijgen geen gehoor.
De tot aan de nok toe met lege bierflesjes gevulde container doet ons vermoeden dat iemand zijn
roes uitslaapt.
Na drie keer toeteren komt er een verwilderde man aanlopen. Als we verwijzen naar het bord, is
zijn antwoord: welja, zet maar ergens neer. Zo gezegd, zo gedaan en de eerste nacht brengen we door tussen de oude meuk en een loslopende koe. Welcome to New Zealand.
We rijden door naar Matamata waar we kaartjes kopen voor iets wat heeeel hoog op Steef z'n lijstje
staat: Hobbiton.
Hij is helemaal in z'n nopjes als we door de Shire lopen, met de gezellige Hobbitholes, met hun
gekleurde deurtjes en de was die hangt te drogen. De gids vertelt allemaal leuke weetjes en je waant je echt in Middle Earth. Alles is tot in detail hetzelfde als in de films.
Steef staat euforisch op de foto voor de deur van Bilbo Baggings en nadat we de Party Tree en het
huisje van Sam en Rosie hebben gepasseerd, drinken we een echt Hobbit biertje in de Green Dragon.
Een fantastisch Hobbit-avontuur!
The North Island staat bekend om zijn thermische en vulkanische activiteit. In Rotorua bezoeken we
Thermal Wonderland, een National Park met geisers, modderputten en hete poeltjes. Indrukwekkend om te zien hoe overal gewoon rook uit de aarde komt. Het water en de grond hebben de meest bijzondere
kleuren (feloranje, gifgroen) door de aanwezige mineralen en de stank van rotte eieren, zwavel overheerst.
We rijden door naar Taupo, waar de Tongariro Crossing op het programma staat. Een hike door
vulkanisch gebied, over Mount Tongariro, met als backdrop de bekende Mount Ngauruhoe, oftewel Mount Doom uit Lord of the Rings.
Het weer is ons goed gezind, een strakblauwe lucht.
We lopen 19.4km in de voetsporen van Frodo en Sam, dwars door Mordor, zoals Steef blijft herhalen.
We overwinnen de Devil's Staircase, trotseren nog meer hoogte tijdens gigantisch harde wind, Steef onderdrukt de neiging om ook Mount Doom nog op te lopen om daar een ring in te gooien (geen
grappen, er zijn dagelijks mensen die dit doen) en we gebruiken onze wintersport ervaring om veilig de steile berg weer af te dalen. Wat is het mooi! Zeker één van de mooiste Great Walks van Nieuw
Zeeland.
Moe maar voldaan trekken we onze All Stars uit.. We did it!
De reis door het North Island gaat verder over de Forgotten World Highway. Prachtige landschappen
en uitzichten. We stoppen in dorpjes voor de nodige boodschappen, benzine en af en toe een douche en Steef zorgt iedere avond weer voor een prachtig wildkampeerplekje.
In Wellington aangekomen, pakken we de Ferry naar het South Island, waar onze journey zich
vervolgt.
Via de Charlotte Pass, en Pelorus Scenic Reserve, rijden we door naar Abel Tasman National
Park.
Ook hier loopt een track die valt onder de Great Walks en we besluiten een deel van deze track te
doen. Omdat het een one way is langs de kust, regel je een watertaxi die je bij het begin afzet of je aan het einde ophaalt.
Op de een of andere manier besluiten we de watertaxi naar Bark Bay te nemen, zodat we nog een mooi
stuk van de route meepakken. Dit houdt in dat we 24km gaan lopen. Welja joh, we zijn nu geoefend! Om 12.00uworden we door een tractor, in de boot, te water gelaten. We maken nog twee korte stops bij Split Apple Rock
en de zeehonden en om 13.00u beginnen we aan de prachtige wandeling langs de kust terug.
Het is opnieuw stijgen en dalen, slingerend landinwaarts en weer terug. We passeren vele bruggetjes, waaronder een echte wiebelbrug en na heel wat uurtjes lopen zijn we weer terug op de camping.
Poeh he, dat was me het wandelingetje wel.
De route vervolgd zich langs de westkust naar beneden. We bezoeken Nelson Lakes National Park en
stoppen bij Paparoa National Park voor de bekende Pancake Rocks en Blowholes. Een bijzonder stukje natuur. Rotsen bestaande uit allemaal laagjes steen, opgestapeld, meters hoog en uitgesleten door
de zee.
Maar het echte spektakel zijn de blowholes: door jarenlange erosie uitgesleten tunnels, waar met
hoog water de golven doorheen gutsen en omhoog spuiten. Wauw!
Over bijzondere natuur gesproken; onze volgende stop is de Franz Josef Glacier. Vijf jaar geleden
kon je allerlei tours boeken, waarbij je de gletsjer op ging en zo het ijs van dichtbij kon bewonderen. Tot onze teleurstelling is de enige manier om op het ijs te komen vandaag de dag een
helikopterritje. Gelukkig kunnen we wel de Valley Walk doen, waarbij je redelijk dicht tot aan de voet van de gletsjer kunt lopen. Echt bizar dat in vijf jaar tijd de gletsjer zoveel kleiner is
geworden!
We rijden door en bezoeken Lake Matheson, het bekende mirrorlake waar de besneeuwde bergtoppen in
reflecteren.
Ook stoppen we bij de Blue Pools, alvorens we bij Lake Wanaka aankomen.
Hier huren we een moutainbike en rijden we via een prachtige route langs het meer naar een écht
mountainbike parcours. Steef voelt zich natuurlijk meteen thuis, maar mijn enige ervaring is het parcours van Vlaardingen en geloof me, dat is echt peanuts vergeleken met dit!
Máár, ik heb het overleefd! Best een beetje trots. En he, wie kan er nou zeggen dat ze
gemountainbiked hebben in Nieuw Zeeland?
Next stop: Queenstown. Wat ons betreft het leukste en gezelligste stadje van het
eiland.
Bij de I-site regelen we de activiteiten voor de komende dagen.
Eén daarvan is Milford Sound, officieel uitgeroepen tot mooiste plek op aarde. Meningen
verschillen natuurlijk, maar het is ook wel echt schitterend. We hebben een kayaktour geboekt om de fjorden vanaf het water te bewonderen.
Zo gaaf! Wat een uitzicht, wat een omgeving! We zien tientallen watervallen, gevoed door de regen
van gisteren en vannacht. We spotten zeehonden spelend en luierend op de rotsen en we kayaken alsof we het al heel ons leven doen. Weer een relatietest doorstaan!
Teruggekomen in Queenstown genieten we van de relaxte sfeer, lopen we de winkeltjes af en proberen
de wereldberoemde Fergburger.
En dan..
Dan besluiten we om ons uit een vliegtuig te laten gooien. Nee, we hebben zeker nog niet genoeg
van het leven! Integendeel! Maar zoals ze zeggen: you have to do something crazy while you're in Queenstown.
And crazy it is!
Jacks ontvangt ons allervrolijkst en is degene die ons naar de dropzone brengt. Steef is wat stil,
maar luistert aandachtig naar Jacks die van alles weet te vertellen over plekken die Peter Jackson heeft gebruikt in de filmseries. Plekken waar we geweest zijn. Flabbergasted zijn we als hij
doodleuk verteld dat de camping waar we al een aantal nachten staan, als filmlocatie is gebruikt. Tevens vertelt hij dat we zometeen boven Isengard uit het vliegtuig zullen
springen.
De zenuwen beginnen nu wel te komen. We zijn met 9 man en je gaat per drie. Steef en ik zijn als
laatste.
We hijsen ons in het volledige uniform en tuigje, nog wat laatste woorden voor de camera en hop
het vliegtuig in.
Door het raampje hebben we prachtig uitzicht op Lake Wakatipu en de besneeuwde
bergen.
Bij 12.000 feet is het tijd om de deur open te doen. Voor we het weten hangen we met onze benen
onder het vliegtuig in de Banana-houding aan onze instructeur, al half in de lucht.
En go!
45 seconden vrije val, een onbeschrijflijk gevoel en een onbeschrijfelijk mooi uitzicht. Wat is
dit gaaf. Wat is dit mooi!
Weer veilig met beide benen op de grond doen we een dansje van geluk, stijf van de adrenaline. We
kunnen alleen maar roepen hoe ontzettend awesome het was. High five!
Op naar Mount Cook en Lake Tekapo na al deze gekkigheid.
Na honderden kilometers bergje op, bergje af die we de afgelopen maanden hebben gelopen, snap ik
nog steeds niet dat Steef er maar geen genoeg van krijgt. Begrijp me niet verkeerd. Het waren heerlijke wandelingen, prachtig ook en ik had zeker niets willen missen. Maar eerlijk gezegd sta ik
niet te springen om wéér een berg op te lopen. In tegenstelling tot Steef. "De bergen roepen me" noemt hij het zelf. Ach, van al dat reizen word je toch een beetje een zweefteef, een vrije
geest.
Maar goed, Steef sleept me toch Mount John op voor een mooi uitzicht over Lake Takepo. De warme
chocomelk met slagroom en een brownie deden me de pittige wandeling omhoog gauw weer vergeten.
De herfst heeft inmiddels zijn intrede gedaan hier in Nieuw Zeeland en dat merken we aan het
kouder wordende weer. De eerste sneeuw is gevallen. Hoewel Steef gewoon blijft volhouden in z'n korte broek.
De roadtrip door Kiwiland nadert zijn einde. We doen Arthur's Pass National Park nog aan en
bezoeken het Banks Peninsula vlakbij Christchurch.
Dan is het tijd om de auto terug te brengen en te zien wat er nog over is van Christchurch na de
serie aardbevingen van 2010/2011. Zeer weinig. Vele historische gebouwen die de stad sfeer en beeld gaven zijn ingestort of ernstig beschadigd. Er is geen echt centrum meer, een paar winkels zijn
gehuisvest in containers. Restaurants zijn er niet, alleen wat take-away trucks. Overal wordt gebouwd, herbouwd, gerenoveerd.
Bizar om te zien hoe verwoestend de natuur kan zijn.
We chillen nog wat bij ons luxe hostel en genieten nog even van het
herfstzonnetje.
Ook aan onze Nieuw Zeeland trip is weer een einde gekomen. De tijd lijkt steeds sneller te
gaan.
Wat een mooi en bijzonder land, vol afwisseling, uitdaging en indrukwekkende
natuur.
Vol ervaringen, herinneringen en trots kijken we terug op een..
Unexpected Journey.
Monkey Business
So, Indonesia it is!
Let's go on a Tassie Adventure!
Tasmanië: wat voor mij toch wel een beetje voelt als thuis. Ik kan niet wachten om Steef al het moois te laten zien wat dit eiland te bieden heeft.
One Rock. One Canyon. Ten Billion Flies.
Na Kerst komt Oud & Nieuw en we verheugen ons op een leuk feestje!